PIEKEREN

Gedachten die maar steeds rondgaan, je zorgen maken om dingen die zouden kunnen gebeuren… we piekeren allemaal weleens. Ook kinderen. Dat hoort bij het opgroeien. Ze piekeren over van alles: van geen vragen durven stellen in de klas tot inbrekers. Van ziek worden tot ruzie krijgen met een vriendje. Maar sommige kinderen piekeren wel erg veel. Overmatig piekeren kan leiden tot slaapproblemen, buikpijn of angst om naar school te gaan. Kinderen die regelmatig piekeren, hebben vaak de overeenkomstige eigenschap heel gevoelig te zijn. Ze nemen de wereld om hen heen als een spons in zich op; de huilbui van een ander kind, de juf die vandaag niet haar dag had, de onvoldoende voor het proefwerk waar wel hard voor geleerd was. Daarnaast zijn ze zich vaak ook sterk bewust van de grotere thema’s in het leven en in de wereld, zoals bijv. de dood en oorlog. Piekert je kind vaak over van alles? Meer dan nodig is? Je kind heeft hulp nodig als het piekeren zijn of haar normale, dagelijkse bezigheden belemmert. Zoals op tijd inslapen, zich erg druk maken over prestaties op school, gezondheid van familieleden of contacten met vriendjes. Of als het leren niet meer goed gaat door het piekeren.

Aan de volgende signalen kun je merken dat jouw kind teveel piekert:

  • Zegt het dat zijn hoofd zo vol zit.
  • Maakt zich vaak zorgen over dingen die het moeilijk vindt.
  • Moeilijk in slaap komen en ’s morgens niet uitgerust wakker worden.
  • Klagen over hoofdpijn en moe zijn.
  • Als je kind s' morgens met buikpijn de deur uitgaat.

Het is belangrijk dat je kind ervaart dat het zijn gedachten aan en uit kan zetten en dat het de baas is over wat hij denkt. 

Met deze tips kun je thuis aan de slag:

  • Zorg voor genoeg momenten van ontspanning en rust voor je kind.
  • Zeg liever niet dat je kind zich geen zorgen hoeft te maken. Dat geeft je kind het gevoel dat het niet begrepen wordt en lost het probleem niet op.
  • Laat je kind denken aan fijne dingen door te vragen naar iets waar het zin in heeft of een leuke herinnering zoals de vakantie. 
  • Gooi de piekergedachten weg of stop ze in een piekerdoosje of envelop. Leer het kind om zijn of haar gedachten te parkeren. Spreek af dat het kind zijn gedachten op een briefje schrijft of tekent. Zorg voor een vast moment op de dag waarbij je samen de briefjes bespreekt. Of vraag je kind eerst of hij er iets aan kan veranderen waar hij over piekert. Zo niet, dan kan je kind ze letterlijk uit zijn hoofd zetten door ze op te schrijven en weg te gooien.