VERLEGENHEID

Het belangrijkste is om je kind gewoon verlegen te laten zijn. Klinkt simpel, is best lastig. Zeker als je graag wilt dat je kind ook meedoet en eens niet zo afwachtend is. Toch help je je kind het meest als je hem even laat afwachten en vooral niet dwingt sociaal en spontaan te zijn. Anders kan je kind zelfs negatieve ervaringen opdoen en angstig worden in sociaal contacten. Verlegenheid komt vaak voor bij kinderen en gaat meestal vanzelf over. Soms kan het jouw kind in de weg zitten, bijvoorbeeld als het graag mee wil doen, maar niet durft. Het helpt dan om te werken aan het vergroten van het zelfvertrouwen van je kind.

Verlegenheid wordt vaak verward met introversie. Dat is begrijpelijk, want op het eerste gezicht gedragen introverte en verlegen kinderen zich hetzelfde: ze zijn allebei rustig en houden zich op de achtergrond. Het is dus erg belangrijk te kijken wat de behoefte van je kind is. Je kind is misschien een ‘kat-uit-de-boom-kind'. Deze kinderen noemen we meer introvert, soms ook hooggevoelig. En daar is helemaal niets mis mee. Integendeel. Ze denken vaak diep na, hebben, als ze zich mogen ontwikkelen tot wie ze zijn, een goed afgewogen mening en laten die pas weten als het echt relevant is. Voor de rest houden ze het lekker voor zichzelf en observeren ze. Een introvert kind heeft er meestal geen enkele behoefte aan om op de voorgrond te staan, om dingen te willen vertellen, om in een groep mee te doen en heel veel te spelen met andere kinderen. Een introvert kind heeft aan zichzelf genoeg en kan prima uit de voeten met een klein wereldje. 

Maar belemmert verlegenheid je kind? Komt het niet tot spelen met anderen, durft het niet voor zichzelf op te komen, blijft het onzeker? Dan kan ik jouw kind helpen om meer zelfvertrouwen te krijgen en steviger in zijn schoenen te staan.

Aan de volgende signalen kun je merken dat jouw kind zich verlegen voelt:

  • Kruipt weg achter jou of klampt zich aan jou vast.
  • Heeft tijd nodig om zich op zijn gemak te voelen.
  • Vindt nieuwe situaties en mensen spannend.
  • Kijkt anderen niet aan.
  • Praat niet terug of heel zachtjes. Groet niet terug.
  • Durft niet op anderen af te stappen of mee te doen in een groep.
  • Maakt niet tot nauwelijks contact met onbekenden.
  • Ook bij familie kan het weinig contact maken.
  • Is thuis een heel ander kind.
  • Kijkt eerst liever de kat uit de boom in nieuwe situaties.

Met deze tips kun je thuis aan de slag:

  • Accepteer dat je kind verlegen is en meer tijd nodig heeft om te wennen. Pushen werkt averechts, stimuleren kan wel.
  • Geef je kind de tijd om eerst de kat uit de boom te kijken. Observeer samen wat er om je heen gebeurt en praat hierover.
  • Toon begrip: ‘Ik weet hoe spannend dit voor je is, knap dat je toch gaat’.
  • Bereid je kind voor op nieuwe situaties, zodat de angst voor het onbekende kan afnemen.