SLAAPPROBLEMEN 

Je slaapt ongeveer een derde deel van je leven. Slapen is noodzakelijk. Door te slapen, herstelt je lichaam zich van je inspanningen overdag; je energievoorraden komen weer op peil. Ook verwerk je door te slapen de informatie die je overdag hebt opgenomen; je hersenen worden tijdens je slaap namelijk erg actief. Slapen zorgt er dus voor dat je je overdag fit voelt en energie hebt voor je activiteiten van de dag. De kwaliteit en hoeveelheid slaap is voor kinderen extra belangrijk, omdat zij in de groei zijn.

Als je merkt dat de slaapmoeilijkheden van je kind ervoor zorgen dat jij en/of je kind daardoor overdag minder goed functioneren, is er sprake van een slaapprobleem. Uiteraard gaat dit niet over één nacht slecht slapen, maar een langere periode van minimaal een maand. Sommige kinderen kunnen maar niet in slaap komen of worden ’s nachts wakker, hebben enge dromen, zijn ’s morgens heel vroeg wakker of juist niet wakker te krijgen. Slaapproblemen kunnen van de één op de andere dag ontstaan en kunnen ook al langer spelen. Een slechte slaapaanleg en een moeilijk temperament van je kind en jullie reactie als ouder(s) op het slaapgedrag van je kind, spelen een rol in het ontstaan van de meeste slaapproblemen. 

Aan de volgende signalen kun je merken dat jouw kind slaapproblemen heeft:

  • Overdag moe en niet fit.
  • Concentratieproblemen.
  • Prikkelbaar, snel boos en snel huilen.

Een belangrijke oorzaak van slaapproblemen is moeite met inslapen door angsten of piekeren. Bijvoorbeeld doordat je kind veel stress ervaart, zich zorgen maakt of iets naars heeft meegemaakt. Bij kinderen vanaf een jaar of 6 kan er zelfs een angst ontstaan voor het niet in slaap kunnen vallen. Je kind raakt dan gefixeerd op het in slaap vallen, waardoor het juist moeilijker wordt. Ten eerste is het belangrijk dat je zorgt voor een fijne slaapplek, een rustig slaapritueel en een goede dagindeling. Dit zijn voorwaarden voor je kind om goed te kunnen slapen. Als je kind moeite heeft met in- of doorslapen, is het dus ook belangrijk om te kijken hoe de dag en avond verloopt. Is je kind genoeg buiten, heeft hij veel beweging? En hoeveel kijkt je kind naar een beeldscherm? Daarnaast is het goed om ervoor te zorgen dat je kind kan ontspannen en z’n emoties kan uiten. Zorg voor momentjes samen om te lachen en te praten, zodat emoties zich niet opstapelen.

Met deze tips kun je thuis aan de slag:

  • Maak van het bed alleen een slaapplek; je kind moet zijn bed leren associëren met ‘slapen’ en niet met iets anders zoals spelen of gamen.
  • Zorg ervoor dat het donker genoeg is;als het donker wordt, gaat je lichaam meer melatonine aanmaken, waardoor je slaperig wordt.
  • Houd de slaapkamer overzichtelijk; speelgoed wat op de grond ligt, kan er in het donker angstaanjagend uitzien en angst oproepen bij kinderen.
  • Stem de hoeveelheid slaap en de bedtijd af op de slaapbehoefte van je kind: lees hier hoeveel slaap jouw kind nodig heeft en hoe je erachter kunt komen of jouw kind voldoende slaapt. Misschien heeft jouw kind geen middagslaapje meer nodig.
  • Probeer zoveel mogelijk vaste slaaptijden aan te houden. Voor de regelmaat en biologische klok is het belangrijk om ’s avonds zoveel mogelijk op dezelfde tijd te gaan slapen, ook in het weekend.
  • Zorg voor ontspanning, vermijd inspanning: nog even rennen voor het slapen gaan of verstoppertje doen, verhoogt op korte termijn juist de alertheid van je kind. Dit maakt je kind klaarwakker.
  • Houd een standaard bed ritueel aan: dit is niets nieuws, maar wel erg belangrijk. Zorg iedere avond voor dezelfde routine, bijvoorbeeld: aankondigen van de bedtijd, uitkleden, wassen en tandenpoetsen, samen kletsen of (voor)lezen. En neem de tijd voor het naar bed gaan.
  • Geen mobiel, tablet, spelcomputer in bed, het gebruik van deze apparaten stimuleert de hersenen juist om wakker te blijven.
  • Blijf nog even in het donker bij je kind. Een paar minuten in het donker of met een klein lichtje aan bij je kind blijven (jouw kind ligt in bed), helpt hem te ontspannen in het donker.
  • Praat met je kind als hij bang is of naar heeft gedroomd. Bij een nachtmerrie weet je kind zich nog goed de inhoud te herinneren en is hij bang. Je kind heeft behoefte aan troost, voordat het weer rustig kan gaan slapen.
  • Laat je kind weten dat je in de buurt bent: het idee dat je kind altijd naar je toe kan gaan als hij niet kan slapen, helpt je kind om juist wel in zijn eigen bed te blijven. 
  • Laat je kind in zijn eigen bed slapen. Hiermee voorkom je dat hij er aan went om bij jou te slapen en je in een vicieuze cirkel terecht komt, waarbij je kind niet meer zonder jou kan slapen.